Beste donoren,
Ik val maar meteen met de deur in huis met een nieuwe term: “de boventallige donor”, ofwel een donor met meer dan 25 kinderen. Ik ben er daar één van, en persoonlijk vind ik boventallig meer bij mij passen dan andere termen die in de media gebruikt worden. Maar dit is maar een inleiding, want waar het echt om gaat, is hoe wij vormgeven aan ons contact met de donorkinderen.
Wat onze vorm van hulpverlening onderscheidt, is dat er kinderen geboren worden met hun eigen levens en individuele behoeftes. En sommige kinderen hebben een behoefte die niet door de sociale ouders gegeven kan worden. Namelijk het in de ogen kunnen kijken van de andere persoon die aan de oorsprong ligt van hun bestaan. Het is een zeer persoonlijke en diepe wens van deze kinderen.
Bij de donor ligt dan de vraag op tafel: hoe ga ik daar mee om. En daarom staan hieronder 3 soorten aanpak beschreven:
1. Ik houd alle contact af met de kinderen
Dat is uw persoonlijke keuze. Alleen heeft die tot gevolg dat sommige donorkinderen hun hele leven (en dat duurt lang) hoop blijven houden tot eenmaal een contact met u. Jarenlang deze onvervulde hoop doet iets met uw donorkind.
2. Jaarlijks contact met de kindgroep
Hierbij zou u aan een kind kunnen voorstellen dat er een kindgroep gevormd wordt. De groep kan dan eenmaal per jaar een ontmoetingsdag organiseren in uw woonplaats waar u voor uitgenodigd wordt. Dit is een vorm van maximale ontzorging en toch biedt u invulling aan de kinderen tot een vorm van contact. Het is voor u een heel kleine moeite, en is voor de kinderen de invulling waar ze hun hele leven op hoopten.
3. Het leven is een organisch groeiproces voor ons allen
Iedere donor is anders en ieder kind is anders. Elk contact is uniek en de ervaring van de Priamosdonoren is dat je als donor er veel voor terugkrijgt. Hoe mooi is het om een kind te zien groeien en tot bloei te komen. Het geeft een fantastische diepte aan de wijze waarop u hulp hebt verleend aan de ouders. Maar waar het echt om gaat zijn natuurlijk de kinderen die eruit voortkomen. En u en uw partner zijn er zelf bij hoe vaak het donor en kind contact plaatsvindt.
Tot slot,
Persoonlijk merk ik dat mijn eerste contact met een kind iets magisch is. Voor ons allebei. En ik moet dan mijn best doen om me groot te houden.