Lieve lezers, ik ben Bert en mijn verhaal begint in 2003 toen ik op de radio een reportage hoorde over IVF en doneren. Dat er wachtlijsten waren van meer dan een jaar om de kinderwens van families te vervullen.
Daarop besloot ik donor te worden. Maar in mijn woonplaats was er in geen velden of wegen een
fertiliteitskliniek te bekennen. Wel in mijn geboorteplaats Arnhem. Dan was het eens in de twee weken voor
dag en dauw opstaan. Om dan van Enschede naar Arnhem heen en weer te rijden. Het was vaak passen en
meten om na 200 autokilometers net voor 9 uur s’ochtends in te kunnen klokken op mijn werk. Soms ging
het mis en dan zeiden ze: “wie woont het dichtste bij zijn werk, komt toch met de auto en is dan nog te laat”.
Dan keken heel wat ogen in mijn richting terwijl ik aan mijn eerste koffie begonnen was. Doneren is niet altijd
een simpel dingetje. Vooral niet in de winter met sneeuw, mist en ijzel. Ik heb dat zo’n 2 jaar weten vol te
houden.

“Fast forward” naar nu. Want het verleden heeft mij ingehaald. Fiom coach Jeen meldde dat een donorkind
contact met mij zocht. Want Fiom is de organisatie die het eerste contact tussen donor en kind faciliteert. Het
idee van Jeen was om eerst profielen met elkaar uit te wisselen. Daarin staat wie je bent, wat je doet en
hobby’s. Wat een typische dag van je is en wat foto’s. Dus snel het profiel getypt en naar Fiom gemail.
Daarna heb ik met donor Jim gesproken, die als ervaringsdeskundige een hoop van mijn vragen kon
beantwoorden. En ik had in de Fiom folder gelezen wat donorkinderen graag willen weten. Sommige
kinderen wilden graag medische gegevens hebben.

Nu was het zo dat ik al een paar jaar in de DNA bank van 23andMe stond. Die bieden ook aan om het
ingezonden DNA op erfelijke ziektes te onderzoeken. Dus ik dacht waarom niet. Daar hebben de
donorkinderen misschien wel wat aan. Na 90 euro overgemaakt te hebben, kreeg ik een week later de
resultaten. Alles goed, maar er waren 4 ziektes die ze niet zomaar laten zien. Want als je de uitslag daarvan
wist dan zou die invloed kunnen hebben op je baan, hypotheek of verzekeringen. Omdat niemand in mijn
familie Alzheimer of Parkinson had, klikte ik die aan en ze waren beide negatief en dus goed. Alleen de
genetische aanleg voor darm- en prostaatkanker bleven over. Die durfde ik niet open te maken. Maar na er
een maand op gebroed te hebben trok ik de stoute schoenen aan. Bij de darmkanker moest ik eerst 8
pagina’s bijsluiter doorlezen. Dat een positief resultaat niet betekende dat ik de klos was. Het hing ook af van
mijn leeftijd, leefstijl en leefmilieu hoe het uit zou pakken. Na de 8 pagina’s stond onderaan de knop “Unlock
Result”. Ik drukte en ……………………… negatief. Hiep hoi, geweldige zucht.

Maar toen de prostaatkanker voor mannen of borstkanker voor vrouwen. Voor deze laatste test was ik best
wel huiverig. Weer 8 pagina’s doorgelezen om mij gerust te stellen. En om het resultaat wat ik zou zien in
een groter kader te plaatsen. En onderaan weer dezelfde knop “Unlock Result”. Wel of niet drukken, wat zal
ik doen? Diep ademhalen en druk op de knop …….. negatief. Hieper de piep, niets aan de hand. Rust. Wel
raar dat ze je door zoveel hoepels laten springen terwijl ze weten dat de resultaten negatief zijn. Natuurlijk
fijn voor de donorkinderen om te weten dat ik niets ernstig onder de leden heb. Tenminste als ze erom vragen.
Terugkijkend kan ik wel zeggen: “Loop niet in zeven sloten tegelijk, want dit geeft veel te veel spanning”.
En toen kwam die dag dat ik mijn biologische kind zou ontmoeten bij Fiom in Den Bosch. In zijn profiel had
hij zijn lengte vermeld en die was 3 cm langer dan ik ben. Dus die dag mijn schoenen met dikke zool
aangetrokken. Toen hij de kamer binnenliep was dat een ontzettend vreemde gewaarwording. Alsof je in de
speciaalste spiegel van de wereld keek. Namelijk eentje die je een half leven jonger maakt. Geen krassen in
je gezicht en op je ziel. Niet alleen qua uiterlijk leken we op elkaar, maar ook innerlijk waren er zo veel
overeenkomsten. Wat een hobby van mij is, daar wilde hij zijn beroep van maken. En hoe we tegen de
leraren aankeken.

Dat bracht weer de herinneringen aan die goede oude tijd naar boven. Een keer kreeg ik mijn kerstrapport.
Maar er stond bij lichamelijke opvoeding een 4. Hoe kon dat nu, ik was hartstikke atletisch. Dus ging direct
verhaal halen bij de gymleraar. Nou zei hij: “met nul inzet toch nog een 4 scoren. Ik was de grootste
mazzelaar van de school”. Maar ging die dag toch met lood in de schoentjes naar huis. Of toen we een keer
een schriftelijke overhoring hadden gehad. De leraar stopte alle overhoringen in zijn leren schooltas. Liet die
in de klas staan, en draaide de deur op slot. Wat hij vergeten was, was dat het raam op een kier stond. Dus
klommen we tijdens de pauze door het raam naar binnen om onze fouten te herstellen. Na de pauze keek de

leraar onze overhoringen na en allemaal een 8 of 9. Hij geloofde er niets van. Maar ja, hij had ons niet zien
spieken. Ja, dat was een mooie schooltijd.
Hierin verschil ik van het donorkind, want ik geloof niet die hij zulke streken uithaalt. Natuurlijk ook met zijn
moeder gesproken. Fijne vrouw die het grandioos goed doet. Tot slot kwam Jeen met het idee om een
groepsfoto te maken. Met zijn moeder rechts, hij in het midden en ik rechts. Een fantastisch aandenken aan
een ontzettend spontane ochtend.
Na afloop heb ik op de markt nog een Bossche bol gegeten. Pas toen merkte ik dat ik het toch spannend
had gevonden.

Verder dan deze eerste ontmoeting zijn we nog niet. Snap ik ook wel. Hij is nog zo jong en zit in zijn
examenjaar. Dat is stevig blokken, en dan een bijbaantje. Dan heb je het ontzettend druk.
Maar we zullen zien en ik houd me bij mijn motto: Pluk de dag.