Uit ons onderzoek blijkt het volgende: Medisch Centrum Kinderwens in Leiderdorp heeft ruim 10 jaar lang (2006-2017) bewust afgeweken van de richtlijn, en een beleid van maximaal 25 gezinnen per donor gevoerd, ipv 25 kinderen. De kliniek heeft dat gisteren aan ons bevestigd. Daardoor zijn doelbewust 36 massadonoren gecreëerd binnen deze ene kliniek, er zijn 1200 kinderen bij betrokken en 900 ouders.

Hoe beoordeelt Priamos deze praktijk?

 

    1. “Priamos is van mening dat het doneren aan klinieken veel mensen gelukkig heeft mogen maken. En wij betreuren het dat het helpen van mensen om een gezin te stichten nu opnieuw in een kwaad daglicht is komen staan. Donoren hebben gegeven om kinderloze mensen hun grootste droom te helpen verwezenlijken. Dat daar regels voor zijn, is niet voor niets en die waren jarenlang onomstreden. MCK was heel goed op de hoogte van de risico’s van te grote aantallen donorkinderen en alle problemen en gevaren die daaruit voort kunnen komen. Priamos vindt dat er onverantwoord en gewetenloos gehandeld is door het MCK.”

MCK motiveert het 25 gezinnen beleid van de vorige directie als volgt: “Het beleid waarbij er bewust is afgeweken van de richtlijn, is gekomen door een tekort aan donoren, de grote vraag vanuit wensmoeders en de wens voor meerdere kinderen van dezelfde donor binnen één gezin.”

 

 

    1. “Priamos is van mening dat de reden om dezelfde donor voor een gezin te gebruiken nooit kan leiden tot zulke grote overschrijdingen. Hooguit één of twee te veel zou het resultaat kunnen zijn geweest. De mensen in de kliniek hebben een behoorlijke opleiding en kunnen dit soort schattingen maken.
      De grote vraag vanuit de wensmoeders en het tekort aan donoren had MCK al veel eerder kunnen oplossen door veel meer energie te steken in het werven van donoren.
      Wij vermoeden dan ook dat financiële motieven eerder een rol hebben gespeeld dan de grote vraag van de wensmoeders.”

Verder schrijft MCK: “In 2006 is er een wijziging doorgevoerd waarbij donoren konden tekenen voor het aantal gezinnen, met een maximum van 25 gezinnen in Nederland. Verscheidene donoren hebben gekozen voor een beperkt aantal gezinnen, echter het merendeel gaf aan 25 gezinnen te willen helpen bij de kinderwens van cliënten.”

 

 

    1. “Het MCK werd en wordt door velen gezien als een professionele organisatie. Donoren hadden vertrouwen dat zij fatsoenlijk en volgens de geldende wetgeving werden behandeld. Het informeren is echter onvolledig geweest. Alle donoren die wij hebben gesproken waren in de veronderstelling dat dit aantal van 25 gezinnen een toegestaan aantal was. Er is ons geen donor bekend die erop werd gewezen dat de geldende regels ruim overschreden werden. Een donor hoeft die regels ook niet te kennen, een donor mag ervan uit gaan dat hij behoorlijk behandeld wordt door de kliniek.

      Het lijkt er meer op dat de kliniek willens en wetens heeft gezwegen over de richtlijnen om daarmee donoren niet af te schrikken. 25 gezinnen kan leiden tot 50 kinderen. Dit is een groot aantal voor een donor om mee om te gaan, zelfs als maar een deel (in de praktijk: ongeveer een derde tot de helft) van de kinderen contact wil.
      En wat het MCK hier ook verzwijgt, is dat er sperma naar het buitenland is gebracht of verkocht. Kinderen uit het buitenland gaan nu ook op zoek en willen de donor leren kennen. De kosten die dit met zich meebrengt moet de donor zelf opbrengen. Daarnaast is het leggen van contact met een buitenlandse nakomeling ook gecompliceerder doordat de donor en zijn nakomeling niet dezelfde taal spreken. De donor en zijn kind moeten dit soort problemen zonder enige hulp oplossen.”

De huidige directie van MCK heeft in 2017 het beleid gewijzigd naar 25 kinderen. De directie schrijft ons over de overschrijdingen tot die tijd: “Er is destijds – in overleg met de beroepsgroep – besloten mensen niet actief hierover te benaderen.” De huidige directie van MCK heeft nooit bij de inspectie gemeld dat er tien jaar lang doelbewust is afgeweken van de richtlijn.

 

 

    1. “Priamos is wantrouwend over de manier waarop MCK nu communiceert. We vermoeden dat er nog steeds informatie wordt achtergehouden. Het feit dat noch donoren, noch de inspectie, acht jaar geleden werden geïnformeerd spreekt al voor zich. Pas dit voorjaar, nadat de CDKB de data op orde heeft, komt er mondjesmaat informatie vrij, dat zorgt ervoor dat de donoren geen enkel vertrouwen meer in MCK hebben.
      De beroepsgroep is ook tekort geschoten, als die werkelijk op de hoogte is geweest. Die had de inspectie moeten waarschuwen en dan had de inspectie (misschien) wel actie ondernomen. We hebben het hier over een grote calamiteit waar veel ouders en kinderen zijn betrokken.
      Het is voor donorkinderen onvoorstelbaar om tot zo’n grote groep broers en zussen te behoren. Donoren worden geconfronteerd met grote aantallen nakomelingen aan wie ze tijd en energie willen besteden. En het MCK heeft een situatie gecreëerd waarin de kans op consanguiniteit (ongewenste bloedverwantschap) heel reëel is geworden.”

Sinds 2015 is duidelijk geworden dat in het Rijnstate ziekenhuis van alles mis is gegaan bij de fertiliteitskliniek. Conclusie: er is sprake van “ernstige tekortkomingen”. Door onderzoek van Nieuwsuur wordt nu duidelijk dat MCK twee keer zoveel massadonoren heeft dan Rijnstate, en deze massadonoren zijn dit keer willens en wetens gecreëerd.

Is Priamos van mening dat net als bij het Rijnstate ziekenhuis, ook bij MCK de onderste steen boven moet komen over de gang van zaken tot 2017? Zo ja, wie moet dat onderzoek gaan uitvoeren? Welke actie moeten bijvoorbeeld VWS/IGJ/kliniek/beroepsvereniging nu nemen?

 

    1. “Priamos is van mening dat de onderste steen nu boven moet komen bij het MCK. Het is ons helaas gebleken dat ondanks alle berichten aan de Tweede Kamer en in de landelijke pers, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) nog geen enkele maatregel heeft genomen.
      Er zijn al zoveel signalen geweest dat er van alles fout ging en nog steeds fout gaat bij donorconceptie. Het lijkt of hier hetzelfde mechanisme speelt, dat ook bij de toeslagen-affaire heeft gespeeld: ambtenaren horen in hun werk en in de pers dat er grove fouten worden gemaakt en ondernemen toch geen actie. Blijkbaar voelt niemand zich werkelijk verantwoordelijk. Daarbij komt ook nog eens de moeilijkheid dat niemand zijn vingers wil branden als het gaat om de hulp bij het krijgen van kinderen. Wij stellen voor dat de minister een onafhankelijke commissie instelt die dit gaat onderzoeken en dat de commissie onafhankelijke medewerkers toegewezen krijgt. Intussen zijn de misstanden zo groot bij het MCK, dat het logisch zou zijn dat de kliniek voorlopig op non-actief wordt gesteld.
      Donoren waren gezegend met een prachtige gave van de natuur: een goede vruchtbaarheid. Wij weten dat de ontvangers hier dankbaar voor zijn. En wij willen alle donorkinderen aansporen om op zoek te gaan naar hun donor om hem te leren kennen. Heel veel donoren zullen blij zijn om hun nakomelingen te ontmoeten.”